Rare Europeaan in Dubai
“Hallo vader, ik ben blij dat ik weer een bericht met u kan delen. Hoe is het weer in Pakistan? In Dubai begint de zomer eraan te komen en daarmee wordt het steeds warmer als ik aan het werk ben. Onze baas zet ons al vroeg in de wijk af, zodat we het zware werk kunnen doen voordat de brandende zon er vol op staat. Struiken en palmbomen snoeien en onderhouden doe je niet graag als het te heet is. Zes dagen per week werk ik nu in The Greens. Een naam die mooi is uitgekozen, want deze wijk is echt groen.
Werk genoeg voor ons
Nu het zo warm wordt, zie ik al die bewoners steeds vroeger op staan. Vanaf een uurtje of 06.00 komt er leven op straat. Hardlopers, vaders met babies die klaarwakker zijn, wandelaars en mensen met honden. Die laatste vind ik maar niets. Ze hebben te veel haar, ze blaffen en vaak lopen die beesten hijgend met hun bek open rond. En dan kijken ze je aan alsof ze je elk moment aan kunnen vallen. Ik ben er bang van.
In deze wijk wonen heel veel van die beesten. Blijkbaar mag dat hier. Ik vind het maar raar. Die beesten leven namelijk niet op straat. En die mensen die er mee rondlopen zijn echt raar. Zij nemen die beesten mee naar binnen. Niet alleen het gebouw in, maar zelfs met de lift naar boven mee naar hun huizen. Dan heb je zo’n vieze hond in je huis. Bah. Sommige hebben er zelfs meer dan 1. Ik weet nog goed hoe we bij ons thuis in Pakistan veel van die zwerfhonden op straat hadden. Die redden zichzelf en zo nu en dan gooiden we ze wat eten toe en dan was het klaar.
Aan het lijntje van de dierenvriend
Ik weet niet of die honden hier anders zijn, of gewoon altijd weglopen maar die mensen lopen er mee rond aan een lijntje. Vaak in allerlei kleuren, en dan hebben ze ook nog waterflessen bij zich. Van die speciale. Niet voor henzelf, maar voor die beesten. Dan ben je toch echt raar. Als het zo warm is, drink je toch lekker zelf water? Nog zoiets raars, die mensen praten ook vaak tegen die beesten. Alsof die beesten zo slim zijn dat ze terug kunnen praten.
En weet u vader wat ik ook vaak heb gezien? Dat die mensen met een plastic zakje de rotzooi van hun hond opruimen. Bah. Je handen zijn om mee te eten. Die ga je toch niet in zo’n plastic zakje stoppen waarmee je…waarmee je…bah, ik vind het te vies om zelfs uit te spreken. Als ik ze het zie doen, kan ik ook niet anders dan mijn minachting laten zien. Ik zeg niets. Mijn gezicht spreekt boekdelen.
Mijn baan is echt top
Ik snap die mensen echt niet. Een hond kan toch zelf overleven? En als er geen eten is, tja…dan gaan ze dood. Hoort erbij. Hmm, nu ik erover nadenk. Er ligt natuurlijk geen eten hier op straat, zoals bij ons in het dorp in Pakistan. Er rijden hier zelfs speciale bezorgdiensten rond van winkels die alleen eten voor dieren verkopen. En speciale busjes waarin ze die honden kunnen wassen. Weet u vader wat helemaal lachwekkend is? Dat die gekke bewoners ook met elkaar praten over hun honden. Wat kan je daar nou over vertellen…snapt u er iets van?
Er werken ook schoonmakers in de wijk, die moeten al die sporen van de honden schoonmaken. Vuilnisbakken legen. Elke dag met grote borstels poetsen ze ook plekken waar vaak tegenaan geplast wordt. Haha. Ik lach die poetsers altijd uit. De meeste van die gasten komen niet uit Pakistan, dus ze verstaan het toch niet als ik grappen over ze maak. Soms maak ik ook grappen over die dierenvrienden, maar niet te vaak. Ik wil niet dat ze het doorhebben. Ik ben zo gezegend met mijn baan. Altijd wat te beleven. En ik houd schone handen!”